Dit mannelijke voorouderbeeld is rond 1950 verzameld. Opvallend zijn de open mond, waarin de tanden en tong goed zichtbaar zijn. Daardoor doet dit beeld denken aan de voorouderbeelden die een halve eeuw eerder uit het Asmat-gebied zijn meegenomen. Verder valt de tamelijk realistische vormgeving van de ribbenkast op en de insnijdingen waarmee de schouders versierd zijn. Hoewel de eerste Europeanen aan het begin van de twintigste eeuw door het
Asmat-gebied trokken, besteedde het Nederlandse bestuur van Nieuw-Guinea jarenlang geen aandacht aan het drassige mangrove-gebied. Pas in de jaren vijftig,
toen missionarissen zich in het gebied vestigden, ontstond opnieuw belangstelling voor de Asmat-cultuur. Musea stuurden expedities naar Nieuw-Guinea om de kunst van de Asmat te verzamelen.