Via handel, christelijke missie- en zending, oorlogen, toerisme, wetenschappelijk onderzoek en ook via schenkingen kwamen objecten de collectie binnen. Een deel van de objecten is in de collectie gekomen in de koloniale tijd. Als ze onrechtmatig verkregen zijn, worden ze vaak roofkunst genoemd. We zijn daar tegenwoordig heel open over en tonen de historische collectie vanuit verschillende perspectieven. We nodigen uit tot reflectie en discussie. Een onderdeel daarvan is de herkomst: waar het vandaan komt en hoe het in onze collectie terechtgekomen is. Herkomstonderzoek kan leiden tot een teruggave aan het land waar het object vandaan komt. Maar hoe werkt dat eigenlijk?
De collectie van het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMVW) bestaat uit eeuwenoude en hedendaagse werken. Op deze pagina vind je antwoord op veelgestelde vragen over de manier waarop de collectie tot stand is gekomen en teruggaven.
Waarom moet het terug?
Voor ons gaat het om meer dan alleen het teruggeven van objecten. Het gaat over het nemen van verantwoordelijkheid voor onze eigen geschiedenis en erkenning van onrecht. En ook over uitwisseling van kennis en het vinden van nieuwe narratieven voor een gezamenlijke toekomst. Voor herkomstlanden is het vaak een blijk van erkenning van het onrecht dat in de koloniale periode en daarna heeft plaatsgevonden. Ook hier kan onderzoek een rol in spelen, zeker als we dit samen met de landen doen waar de objecten vandaan komen. Het project Pressing Matter van ons Research Center for Material Culture (RCMC) is hier een voorbeeld van. Samen met de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) onderzoeken we hoe koloniale objecten kunnen bijdragen aan het omgaan met het koloniale verleden en de impact daarvan op de huidige en toekomstige samenleving. Wat wij jarenlang gezien hebben als mooie kunstobjecten, heeft in het land van herkomst vaak een diepere betekenis. En het zijn objecten die veel betekenen voor de identiteit van een land of gemeenschap.
Hoe werkt zo’n teruggave?
Besluit tot teruggave is aan de eigenaar van de collectie. Voor onze musea geldt dat het grootste deel eigendom is van de Rijksoverheid: het is onderdeel van de Rijkscollectie. Onderzoek is een groot onderdeel van ons werk. We onderzoeken ook waar objecten vandaan komen en hoe ze in onze collectie terecht zijn gekomen. Sinds 2021 is er overheidsbeleid dat teruggave mogelijk maakt. Als een land objecten terugvraagt aan het ministerie, leveren wij ons onderzoek aan bij de onafhankelijke Commissie Koloniale Collecties. Zij adviseren de staatssecretaris die vervolgens beslist of de teruggave goedgekeurd wordt.
Hoe weten landen wat jullie in de collectie hebben?
We werken veel samen met musea over de hele wereld en hebben contact met mensen en gemeenschappen uit landen van herkomst. Het onderzoek dat wij doen, is ook digitaal beschikbaar en in zo veel mogelijk talen. Onze collectie is digitaal in te zien in een database. We zijn met een aantal samenwerkingspartners uit de sector een bezig om alle databases in Nederland aan elkaar te koppelen. Dat maakt het zoeken makkelijker voor landen van herkomst. Onderzoekers zijn ook altijd welkom om onderzoek te doen in onze collecties.
Hoeveel in de collectie is eigenlijk roofkunst?
Dat is moeilijk te zeggen. We weten dat ongeveer 15.000 objecten in onze collectie gekomen zijn als gevolg van militair conflict en daarom denken we dat er sprake is van onvrijwillig bezitsverlies. Naar wat precies roofkunst is, doen we veel onderzoek. Een exact aantal is nu nog niet te zeggen. Het heeft ook te maken heeft met hoe we kolonialisme definiëren. Er was soms formeel geen sprake van kolonialisme, maar dit betekent niet dat het onrecht ten einde was. En het gaat soms ook over kunst die niet door Nederland is geroofd, maar door andere landen.
Hoe wordt bepaald naar wie het terug gaat?
We realiseren ons dat landsgrenzen juist vaak in de koloniale tijd bepaald zijn. Door teruggave van staat tot staat, bemoeien we ons niet met interne landspolitiek. Dat zou eigenlijk weer koloniaal zijn. Het is daarom extra belangrijk dat we de herkomst met veel zorgvuldigheid en in samenspraak met deze landen en gemeenschappen onderzoeken.
Maar zijn die objecten daar dan wel veilig?
Dat we vaststellen dat objecten onrechtmatig verkregen zijn is genoeg. Daarna is het niet meer van ons en hebben we er natuurlijk geen zeggenschap meer over. Het gaat ook vaak om religieuze objecten of en gebruiksvoorwerpen. Deze zijn door de overheerser tot kunstobject bestempeld en in een museum tentoongesteld. Lange tijd maakten musea zich zorgen over of herkomstlanden in staat zouden zijn om voor collecties te zorgen. Tegenwoordig zien we die zorg als paternalistisch.
Zijn jullie niet bang voor een leeg museum?
Nee, dit is voor ons geen zorg. Niet al onze objecten zijn verzameld onder dubieuze omstandigheden. En we hebben in de loop der jaren ook nieuwe objecten aangekocht, zoals moderne kunst. Het gaat ons erom dat we het verhaal kunnen vertellen dat we op de bezoeker willen overbrengen. We willen inspireren tot een open blik op de wereld en bijdragen aan wereldburgerschap.