In de tentoonstelling kom je een collectie van hakken uit verschillende culturen en tijden tegen. Wie de macht heeft met hoge hakken aan, is in de geschiedenis nogal veranderd. Vandaag de dag kennen we de hak als schoeisel voor vrouwen, maar dat is verre van altijd zo geweest. Lang geleden werden hakken in eerste instantie uit praktische overwegingen gedragen. Slagers in het oude Egypte droegen de hoge schoenen om het slachtafval te ontwijken en ruiters in Mongolië droegen hakken hun voeten steviger in de stijgbeugels te zetten.
Genderongelijkheid in de politiek, ongelijke kansen en (seksueel)geweld: wereldwijd zijn de verschillen tussen de genders enorm.
De tentoonstelling stelt je de vraag:
Wie heeft hier de macht?
Hoge hakken: macht of onmacht?
Pas in de zestiende eeuw werd de hak geïntroduceerd uit ijdelheid: Catherina de’ Medici bracht het schoeisel mee vanuit Florence, naar Parijs. Toen in Frankrijk koning Lodewijk XIV aan de macht kwam, werd de hak een kenmerk van rijkdom en adel - voor zowel mannen als vrouwen. De rode hak was zelfs een item dat uitsluitend gedragen mocht worden aan het hof. Daarnaast was er een strikte regel dat niemand hogere hakken droeg dan de koning. Tijdens de Franse Revolutie werd hak minder populair door een verbod van Napoleon en de angst van aristocraten om door het armere volk herkend te worden als vermogend.
Hierna gaven zowel mannen als vrouwen het dragen van hakken een poosje op, tot de schoen weer ten tonele verscheen in bijvoorbeeld pin-ups. Het beeld van hakken hield toen vooral verband met vrouwelijkheid en erotiek. Het tij is in de afgelopen decennia weer een beetje gekeerd, nu vrouwen mét (en zonder) hakken de arbeidsmarkt overnemen.
Waar moet jij aan denken als je (hoge) hakken ziet?