Master student bezoekt depot

Victor Molenaar bezocht het depot van Museum Volkenkunde. Voor zijn Master Asian Studies aan de Universiteit Leiden kwam hij Chinese bankbiljetten onderzoeken.

Lees hieronder het derde artikel van deze blogserie. 
Lees ook deel 1 en deel 2 van Zeldzaam Chinees geld in depot. 

Regels en straffen

Met een nieuwe vorm van geld komen natuurlijk nieuwe regels en wetten over de rol die de biljetten in de markt moesten spelen en hoe ze gebruikt konden worden. Allereerst kon men er een deel van de belasting mee betalen. Er bestonden meerdere vormen, waaronder landbelasting, algemene belasting, invoerrechten en zoutbelasting. Ook donaties en boetes konden met briefgeld worden betaald. Op vervalsing stonden strenge straffen, in verschillende gradaties afhankelijk van de zwaarte van de misdaad. Als een nep biljet werd geïdentificeerd, werd deze teruggegeven aan degene die het inleverde om zo de dader op te sporen. Daarom was het zo belangrijk dat zakenmensen, handelaren en andere gebruikers de datum en hun naam of bedrijf op het biljet noteerden. Het blijft natuurlijk de vraag of dit altijd consequent werd gedaan.

NMVW RV-2280-1e koperbiljet voorkant & NMVW RV-2280-1e koperbiljet achterkant
NMVW RV-2280-1e koperbiljet voorkant & NMVW RV-2280-1e koperbiljet achterkant

 

 

Vechten tegen de bierkaai

Het Chinese Ministerie van Financiën vestigde haar hoop dus op de kracht van haar eigen bankbiljetten. In de realiteit waren de biljetten die particuliere banken uitgaven veel populairder. Deze kwamen op tegen het einde van de regering van de Qianlong keizer (1735-1796) en werden na de regeringsperiode van de Xianfeng keizer (1850-1861) alleen maar populairder. De overheid was zelf niet voldoende op de hoogte van de financiële situaties in haar provincies. Afhankelijk van rapporten opgesteld door provinciale gouverneurs en generaals probeerde de regering haar beleid vast te stellen. Sommige provincies hadden de biljetten direct nodig voor reparatiekosten, andere moesten ze uit voorzorg op voorraad hebben en weer een deel zat verlegen om leger salarissen. De overheid was overtuigd van het succes van haar plan. 

Xianfeng keizer
Portret van de Xianfeng keizer, collectie Palace Museum Beijing

 

Kwestie van vertrouwen

Uiteindelijk waren de verregaande inspanningen van de overheid om de landelijke schatkist aan te vullen met papiergeld maar deels succesvol. Dit had vooral te maken met het feit dat bankiers en handelaren weinig vertrouwen hadden in de eerlijkheid en stabiliteit van hun overheid. Bovendien werd de waarde van de biljetten steeds minder, waardoor mensen steeds minder geld terugkregen bij inwisseling. De onvrede onder de bevolking groeide en de overheid stopte uiteindelijk de distributie van haar bankbiljetten. Het werd pijnlijk duidelijk dat de overheid de controle over het systeem aan het verliezen was. Niet zij, maar de geldwisselaars en wisselkantoren bepaalden de zilverkoers door gildes te vormen. De regering en overheidsbanken gaven elkaar de schuld van de financiële malaise. Uiteindelijk werd er een zondebok aangewezen, iemand die de situatie niet eens had veroorzaakt. Zo eindigde het verhaal van de zilver en koper biljetten in mineur.  

Victor Molenaar