Vanaf ongeveer 1600 maakten Japanse klokkenmakers mechanische klokken. De tafelklokken, wandklokken en staande horloges lijken op de westerse voorbeelden maar zijn allemaal aangepast aan de Japanse tijdrekening en cultuur. Wil je meer weten over de Japanse tijdrekening en klokken, lees dan verder.
Ongeveer 70 landen verzetten twee keer per jaar de klok om langer van het daglicht te profiteren. In Japan verzette men tot 1872 de klokken eigenlijk het hele jaar door steeds een klein beetje. Bovendien telde een dag altijd zes uren overdag en zes uren in de nacht, het hele jaar door. En om zes uur ging de zon altijd op. Sinds 1872 volgt Japan ook de Gregoriaanse tijdrekening waarbij het hele jaar lang elk uur even lang is.
Overdag duurt altijd zes uur
Een dag telde altijd zes uren overdag en zes uren in de nacht, het hele jaar door. Maar in de zomer waren die zes ‘dag-uren’ langer dan in de winter. Zonsopgang was altijd om zes uur en zonsondergang ook. Het aantal dag- en nachturen werd daar aan aangepast. Dan kon een dag-uur wel tot twee keer zo lang zijn als in de winter, en een nacht-uur dus tot twee keer zo kort.
Omdat Japan dicht bij de evenaar ligt verschilt de lengte van dagen en nachten door het jaar heen niet heel veel. Japanners die zomerse dagen in Nederland meemaken verbazen zich er ook wel over dat het zo lang licht blijft.
Een klok die achteruit loopt
Een Japanse klok had zes getallen van negen tot vier. En telde de uren achterwaarts - van het middaguur tot middernacht. De tijd werd achterwaarts geteld omdat tijdrekeningen daarvoor dat ook deden. In Japan bestonden al vanaf het midden van de 7e eeuw waterklokken. Bij een waterklok loopt een waterreservoir leeg – de hoeveelheid water wordt minder, ‘telt af’. De getallen een, twee en drie werden niet gebruikt omdat die een religieuze functie hadden. Het zijn boeddhistische getallen die het tijdstip voor het gebed aangeven.
Chinese dierenriemtekens geven de uren aan
De uren werden aangegeven door tekens uit de Chinese dierenriem. Bij zonsopgang – zes uur op de klok – begon het uur van het konijn. Middernacht en twaalf 's middags waren om negen uur. Bij zonsondergang – ook om zes uur – begon het uur van de haan. Draak, slang, paard, geit en aap zijn de dierenriemtekens die bij de dag horen. Bij de nacht horen hond, varken, rat, os en tijger.
Alleen voor de elite
Klokken waren niet alleen functionele voorwerpen maar vooral ook statussymbolen. Buitenlandse delegaties namen klokken mee als geschenk. Alleen rijke mensen, waaronder de adel, konden zich zo’n klok veroorloven. Vaak zorgde een bediende ervoor dat de klok het hele jaar door de juiste tijd aangaf. Het goed afstellen gebeurde aanvankelijk handmatig, later deels door een mechanisme.
Ontwerpen en mechanieken adapteren
In 1551 schonk een Spaanse Jezuïet een mechanische klok aan een daimyō, een machtige feodale landheer. Vanaf ongeveer 1600 maakten Japanse klokkenmakers zelf mechanische klokken. Zij leerden dat van missionarissen.
In de Edo periode (1603-1868) mochten alleen Nederlandse kooplieden handel drijven met Japan en ook zij namen klokken mee. Klokkenmakers pasten ontwerpen en mechanieken aan de eigen tijdrekening aan. Ze ontwierpen bijvoorbeeld een dubbel echappement - het onderdeel dat zorgt dat een klok blijft lopen - om de dag- en nachturen aan te geven. Ook werd de vormgeving aangepast met Japanse karakters en Chinese dierenriemtekens.
Klokken op tafel, aan de muur, op de grond
De eerste mechanische klokken waren lantaarnklokken - tamelijk eenvoudige tafelklokken van koper of ijzer. Klokken werden steeds complexer en vernuftiger. En ook steeds mooier gedecoreerd. Sommige klokken hadden een wekkerfunctie, konden de gestalten van de maan aangeven, of de stand van de zon, of het weeknummer. Er werden wandklokken, tafelklokken, lantaarnklokken en staande horloges gemaakt; qua type leken ze op westerse klokken maar ze waren allemaal aangepast aan de Japanse tijdsrekening. Een bijzonder type was de pilaarklok.
Pilaarklokken
De meeste Japanse klokken waren pilaarklokken. Het uurwerk zat bovenin de klok en werd opgewonden met een sleutel. Ze hadden geen ronde wijzerplaat maar een verticale wijzerplaat op de staart van de klok. Op de wijzerplaat konden de markeringen van de uren verschoven worden om de lengte van de uren te veranderen. Een pijltje schoof van boven naar beneden langs de markeringen en gaf zo in elk seizoen de juiste tijd aan. Er waren ook pilaarklokken waarbij de gehele verticale wijzerplaat gewisseld werd.
Waarom ze pilaarklok heten is niet helemaal duidelijk. Dit type klok werd misschien opgehangen aan een steunpilaar in huis. Maar het kan ook zijn dat deze klok zo heet omdat hij pilaar-vormig is.
Lees meer over Nederlandse kooplieden die vanuit de Nederlandse handelspost Deshima in de Baai van Nagasaki handel mochten drijven met Japan.