Helaas moeten de deuren van onze musea nog even gesloten blijven maar dat wil niet zeggen dat er achter de schermen niet hard doorgewerkt wordt. Zo zijn we op dit moment, natuurlijk geheel corona-proof, op gepaste afstand en met mondkapjes, bezig met de opbouw van de tentoonstelling What a Genderful World in Wereldmuseum Rotterdam en wordt er in Wereldmuseum Amsterdam gewerkt aan de tentoonstelling Healing Power.

Werk in depots

En ook in onze depots gaat het werk, de coronaregels nauwgezet volgend, gewoon door. Want nu we dicht zijn kunnen sommige voorwerpen die normaal tentoongesteld staan, mooi even een extra afstof- of oppoetsbeurtje krijgen! Zo ook ons Balinees zilverwerk. In dit Wereldverhaal lees je hoe dat in z’n werk gaat. 

1_3

Het is niet iedereens hobby…

...maar als je metaalrestaurator bent, is het schoonpoetsen van prachtig versierde Balinese offerschalen en sirih-doosjes uit de eerste helft van de 20e eeuw echt een superleuke klus. Onlangs moesten er voor een publicatie acht zilveren voorwerpen gefotografeerd worden. Toen ze uit het depot tevoorschijn waren gehaald, bleek dat het zilver zo zwart was geworden dat de verfijnde versieringen niet meer zichtbaar waren.   

3_3
Zwart geworden zilveren sirih-doosjes, TM-3525-115
2_6
Houten bak met zilveren rand, onderdeel van een sirihstel, Jawa voor 1955, TM-2451-1a

Watjes, watjes en nog meer watjes

Restaurator Elisabeth Kuiper, gespecialiseerd in metalen, had er zin in! Met héél veel geduld en precisie maakte zij deze offerschalen en sirih-doosjes schoon met poetsmiddel, watten en wattenstaafjes.

5_3

Wattenstaafjes zijn namelijk bij uitstek geschikt om kleine hoekjes te bereiken waar je met een gewoon poetsdoekje niet bij komt. En dan niet die uit de winkel waar je je oren mee reinigt. Die zijn namelijk relatief kostbaar als je je bedenkt dat Elisabeth alleen al voor deze acht schalen meer dan 100 wattenstaafjes en gebruikt heeft. Ze maakte ze dus zelf door watten heel strak om een stokje te winden. En omdat de draadjes van die watten heel makkelijk achter een haakje of een uitstekend stukje van de decoratie kunnen blijven hangen, werkte ze onder een grote loep.

Niet met Brasso!

Als poetsmiddel gebruikte Elisabeth calciumcarbonaat, dit is krijt/kalk. Daar voegde ze gedestilleerd water en een druppeltje zeep aan toe om er een pasta van te maken. Zilverpoetsmiddelen die in de winkel te koop zijn bevatten ook calciumcarbonaat maar daarnaast ook vaak ammoniak en andere chemische toevoegingen. Ammoniak kan blijven doorwerken op het zilver als het niet goed wordt verwijderd na het poetsen. Ook kunnen door andere chemische toevoegingen in het poetsmiddel na verloop van tijd donkere vlekjes ontstaan die moeilijk te verwijderen zijn. Calciumcarbonaat heeft die bijwerking niet. Het is een héél licht schurend middel; een abrassief in vaktaal. 

Met kleine houten gereedschapjes zoals tandenstokers of prikkers verwijderde Elisabeth oude poetsresten die groen waren geworden door koper in het zilver. Materialen moeten zachter dan zilver zijn om krassen te voorkomen. Bij het poetsen was het soms heel lastig om geen restje poetsmiddel achter te laten. Pas als het gedroogd is zie je of het allemaal goed is gegaan.  

-6_0
Een gepoetste naast een ongepoetste offerschaal

Glimmen en glanzen…of niet?

Met de conservator Indonesië en collega-restauratoren is overlegd hoe ‘ver’ er door gepoetst moest worden, oftewel: hoeveel moeten ze blinken? Sommige schalen zijn heel dun, vooral op de bodem. Die zijn dus niet blinkend gepoetst omdat er dan teveel zilver verdwijnt en de versieringen vervagen. Bij een museaal voorwerp weegt het behoud van het oorspronkelijke aanzicht, de uitstraling, zwaarder dan een stralend uiterlijk. Het is dan belangrijker om de versieringen goed te behouden. 

Poetsen of lakken

De offerschalen en sirih-doosjes zijn na de behandeling in plastic verpakt; hoe minder lucht erbij komt hoe minder snel het zilver door verontreiniging in de lucht weer zwart wordt. Soms wordt gepoetst zilver gelakt om het langer (10-20 jaar) te beschermen tegen de atmosfeer. Het blijft dan langer mooi. Maar er kleeft ook een nadeel aan: uiteindelijk wordt het zilver toch ook zwart en deze aanslag is veel stugger. De laklaag moet verwijderd worden en er moet meer gepoetst worden waardoor meer zilver verdwijnt. Door de lak verandert de uitstraling van het  voorwerp - het oogt een beetje ´plastic-achtig´. In ons museum kiezen wij daarom voor alleen poetsen.