In Rotterdam is Lodewijk Pincoffs (1827-1911) een bekende naam vooral omdat hij de Rotterdamse haven op de kaart zette. Ook was bij de oprichting van tal van ondernemingen betrokken, bijvoorbeeld de Afrikaansche Handelsvereeniging. Hij genoot enorm veel aanzien maar viel keihard van het voetstuk toen bleek dat hij Rotterdam en particuliere beleggers voor miljoenen het schip in had laten gaan. In dit wereldverhaal lees je meer over zijn betekenis voor de stad, en indirect ook voor het Wereldmuseum, in een tijd van koloniale handel en overheersing in Afrika.

Auteur: Huibert van Eyk (vrijwilliger Archief en Bibliotheek, Wereldmuseum Leiden) en Marijke Kunst. 

Natuurproducten uit Congo

Lodewijk Pincoffs was in 1869 de belangrijkste oprichter van de Afrikaansche Handelsvereeniging (AHV). Deze firma haalde natuurproducten uit Congo zoals palmolie, kopal (een harssoort), ivoor en later vooral rubber. Die werden tegen Europese goederen geruild zoals katoen, kookgerei, geweren, buskruit en sterke drank. Binnen 10 jaar zette de AHV meer dan 40 handelsposten (factorijen) in Congo op – langs de kust en later landinwaarts. In 1880 ging de handelsfirma over in de Nieuwe Afrikaansche Handels-Vennootschap (NAHV). Beide handelsfirma’s waren typisch voorbeelden van het streven van vooral Europese landen om, in onderlinge stevige concurrentie, maar ook afstemming, Afrikaanse gebieden economisch snel uit te buiten.

Lodewijk Pincoffs (1827-1911). Fotograaf onbekend.
Lodewijk Pincoffs (1827-1911). Fotograaf onbekend.

Een spin in het web – Pincoffs en Rotterdam

Zijn ouders waren van eenvoudige, joodse afkomst. Na zijn handelsopleiding begon hij als handelaar, werd als 28-jarige gemeenteraadslid in Rotterdam, later lid van Provinciale Staten en van de Eerste Kamer.

Zijn belangrijkste economische activiteit betrof de Rotterdamsche Handelsvereeniging, die hij in 1872 mede-oprichtte en als president-directeur beheerde. Deze zeer grote investeringsmaatschappij had flinke belangen in de AHV. De Rottterdamsche Handelsvereeniging was van doorslaggevende betekenis voor een betere bereikbaarheid en ontwikkeling van de havens aan de zuidzijde van de Maas in Rotterdam. Verder was hij commissaris van meerdere ondernemingen, bijvoorbeeld de Holland-Amerika-lijn, Heineken Bierbrouwerij, de Rotterdamsche Bank en enkele maatschappijen in Nederlands-Indië.  

Ook was hij oprichter, bestuurslid, begunstiger of lid van een indrukwekkend aantal charitatieve, educatieve en kunstinstellingen, en van de Rotterdamsche Diergaarde. Hij was ook lid van de Koninklijke Nederlandsche Yachtclub, waarvan het prestigieuze clubgebouw nu het Wereldmuseum Rotterdam huisvest.

Het gebouw van de Koninklijke Nederlandse Yachtclub werd in 1851 in gebruik genomen als sociëteit en om een collectie scheepsmodellen en etnografische voorwerpen te huisvesten. Prins Hendrik richtte de jachtclub in 1846 op. Getekend door L. Rohbock, graveur Fr. Hablischek, 1858.
Het gebouw van de Koninklijke Nederlandse Yachtclub werd in 1851 in gebruik genomen als sociëteit en om een collectie scheepsmodellen en etnografische voorwerpen te huisvesten. Prins Hendrik richtte de jachtclub in 1846 op.

Via de AHV legde hij contact met vele vooraanstaande mensen zoals de Belgische Koning Leopold II,  ontdekkingsreiziger Henry Stanley en Prins Hendrik, die in 1877 nog erevoorzitter van AHV werd. Hij was dus een heel actieve netwerker in de 19e-eeuwse kapitalistisch-kolonialistische tijd waarin hij leefde.

Fotobijschrift: In Wereldmuseum Rotterdam is een groot zilveren tafelpronkstuk met verwijzingen naar de handel te zien in de tentoonstelling Kolonialisme in Rotterdam. Lodewijk Pincoffs en Esther Rafaël kregen dit bij hun 25-jarig huwelijksjubileum in 1876 aangeboden door de toen ruim 100 medewerkers van de AHV in Congo. Met dank aan Museum Rotterdam (11904-A ). 

Zilveren tafelpronkstuk met verwijzingen naar de handel

Abrupt van het voetstuk gevallen

In 1879 werd geheel onverwacht bekend dat Pincoffs de stad, de AHV en de Rotterdamsche Handelsvereeniging jarenlang grootscheeps bedrogen had met ongedekte leningen ter waarde van vele miljoenen guldens – toen een ongehoord hoog bedrag. Dit betekende zijn abrupte neergang. De AHV ging failliet en vele beleggers werden zwaar benadeeld. De AHV bleek al jarenlang verlieslijdend. Het bedrog kwam als een schok want tot dat moment liep iedereen met hem weg. Hij werd alom verguisd. Het wrange grapje deed de ronde, dat ‘Pincoffs de sterkste man van Nederland is, want hij heeft heel Rotterdam opgelicht’. 

Hij vluchtte in 1879 halsoverkop met zijn gezin naar de VS waar hij, niet bepaald bemiddeld, stierf.

Fotobijschrift: Spotprent op de vlucht van Lodewijk Pincoffs naar de Verenigde Staten, 15 mei 1879. Pincoffs staat in een trekschuit genaamd 'De Vliegende Hollander' met koffers en geldzakken. Links op het water zit in een klein bootje zijn mededirecteur A. Kerdijk. Prentmaker: Monogrammist JH (Nederland). (Rijksmuseum Amsterdam, RP-P-OB-89.270) Rijksmuseum, CC0, via Wikimedia Commons.

Spotprent op de vlucht van Lodewijk Pincoffs naar de Verenigde Staten, 15 mei 1879. Pincoffs staat in een trekschuit genaamd 'De Vliegende Hollander' met koffers en geldzakken. Links op het water zit in een klein bootje zijn mededirecteur A. Kerdijk. Prentmaker: Monogrammist JH (Nederland). (Rijksmuseum Amsterdam, RP-P-OB-89.270)

In ere hersteld

Ondanks zijn malversaties kreeg Pincoffs later toch weer enige erkenning omdat hij heel veel voor de havenontwikkeling van Rotterdam heeft betekend. De gemeente kon voor weinig geld de havens van de Rotterdamsche Handelsvereeniging overnemen; dit was het begin van het Havenbedrijf Rotterdam. Een straat, plein en brug werden naar hem vernoemd. Er kwam een standbeeld van hem bij de Entrepothaven. Een chique hotel kreeg zijn naam. Pincoffs had weliswaar zwaar gefraudeerd maar geen geld in eigen zak gestoken. 

Maar hij liet ook zijn sporen achter in het Wereldmuseum: niet als schenker of verkoper van etnografica, maar wél doordat hij met de AHV het zaadje plantte voor de belangrijke collectie voorwerpen uit Centraal-Afrika – waaronder Congo.

Het Poortgebouw, het oude hoofdkantoor van de Rotterdamsche Handelsvereeniging,  prentbriefkaart uit 1915. Lodewijk Pincoffs hield hier kantoor. Fotograaf onbekend. Bij dit gebouw ligt nu de Lodewijk Pincoffsbrug.
Het Poortgebouw, het oude hoofdkantoor van de Rotterdamsche Handelsvereeniging, prentbriefkaart uit 1915. Lodewijk Pincoffs hield hier kantoor. Fotograaf onbekend. Bij dit gebouw ligt nu de Lodewijk Pincoffsbrug.

Neem alles wat gij krijgen kunt

Slechts enkele handelaren van AHV en haar opvolger NAHV hadden belangstelling voor etnografische voorwerpen. Sommige wetenschappers, zoals de directeuren van het Rijks Ethnografisch Museum (nu Wereldmuseum Leiden) Lindor Serrurier (1880- 1896) en Johann Schmeltz (1896-1909), wakkerden die belangstelling aan.
 
Vooral Serrurier bevorderde de systematiek van het verzamelen van etnografica met zijn boekje ’De Pionier’ in 1891. Dit was een handleiding voor niet-deskundige reizigers voor het verzamelen van onder andere etnografische voorwerpen. Hij wees op het belang om bijvoorbeeld de vindplaats nauwkeurig te bepalen en fotoapparatuur te gebruiken. Op de vraag welke etnografische voorwerpen zij moesten verzamelen, antwoordde Serrurier: ‘Neem alles wat gij krijgen kunt’.

Een handelsagent die verzamelde

Een opvallende schenker van het Wereldmuseum Leiden was Anton Greshoff (1855-1905). Hij was bijna 30 jaar handelsagent van het NAHV in Congo en schonk heel veel etnografica. Verschillende collega’s volgden zijn voorbeeld. Het archief van het Wereldmuseum bevat  uitgebreide correspondentie tussen het museum en AHV en NAHV handelsagenten.

Eén van de vele brieven van Anton Greshoff  aan de toenmalige directeur Lindor Serrurier, in het archief van Wereldmuseum Leiden. Op 16 oktober 1893 kondigde hij de toezending aan van enkele etnografica uit Congo. (NL-LdnRMV-A1-19-120)
Eén van de vele brieven van Anton Greshoff aan de toenmalige directeur Lindor Serrurier, in het archief van Wereldmuseum Leiden. Op 16 oktober 1893 kondigde hij de toezending aan van enkele etnografica uit Congo. (NL-LdnRMV-A1-19-120)
Anton Greshoff achter zijn bureau in Brazzaville in voormalig Congo, 1890-1893. Fotograaf Johan Frederik Lankamp. (RV-5997-136-80).
Anton Greshoff achter zijn bureau in Brazzaville in voormalig Congo, 1890-1893. Fotograaf Johan Frederik Lankamp. (RV-5997-136-80).

Gerelateerde activiteiten